GENT: SINT-ANNAKERK
De opdracht voor de Sint-Annakerk was
eerder uitzonderlijk. De glasramen uit de achterste twee zuidelijke
traveeën van de kerk werden tijdens de tweede wereldoorlog volledig
vernield. Door beperkte financiële mogelijkheden en de niet
aflatende onderhoudskosten van het gehele kerkgebouw, werd de
reconstructie van deze ramen in het verleden noodgedwongen
uitgesteld. In de restauratiefase 2004-2005 werden de nodige
financiële middelen voorzien om deze ramen opnieuw in te
vullen.
De beide roosramen uit de lichtbeuk werden gerestaureerd. Voor de
twee grote ramen uit de zijgevel waren grotere middelen
noodzakelijk. De reconstructie van zowel steenwerk, als
glas-in-lood, kon verantwoord worden doordat de volledige kerk,
travee per travee, volledig symmetrisch is opgebouwd.
Omwille van het volume en de uitvoeringstermijn voerden we deze
opdracht uit met 3 restauratoren-glazeniers, Warner Berckmans en
Felicien Penders, waren de medewerkers voor dit
project.
Klik
HIER voor het
fotoalbum.
.
DE OPBOUW VAN HET GLASRAAMPATRIMONIUM UIT DE SINT-ANNAKERK
De opbouw van het glasraampatrimonium
uit de Sint-Annakerk vond plaats gedurende de tweede helft van de
19de eeuw. De kerk werd ingewijd in 1862 maar de afwerking van het
interieur, de glasramen inbegrepen, zou nog gedurende de verdere
decennia blijven voortgaan.
Op een bewuste manier werd in het ontwerp vooraf bepaald dat de
volledige kerk zou versiert worden met zogenaamde "sjabloonramen".
Daar waar het aanvankelijk lijkt dat dit het werk is van één
glazeniersatelier, blijkt de werkelijkheid anders. Ondanks het feit
dat er tot op heden nog geen studie gebeurde met betrekking tot de
glasramen, schertsen enkele rekeningen toch wel een beeld van de
praktische uitvoering van de ramen. Daar waar de donatoren veelal
zelf contact hadden met de betrokken glazeniers, was het eerst en
vooral de pastoor die de coördinatie van de opdrachten op zich
nam.
Afgaande op de afgebeelde wapens in de ramen, mag men stellen dat
vele invloedrijke Gentse burgers hebben bijgedragen aan de
uitvoering en de plaatsing van de glas-in-loodramen.
Uit briefwisseling valt af te leiden dat binnen het vooropgesteld
concept de glazeniers zelf ontwerpen ter goedkeuring konden
voorleggen. In de rekeningen duiken verschillende namen op, in 1863
vinden we de Gentse glazenier J. Bernaert (Brabantdam 24, Gent),
voor het "schilderen op glas" van de wapens van de families
Bechtervelde en Meulenerre, terug. Verder werden ook rekeningen van
het glazeniersatelier Ch. Champigneulle uit het Franse Bar-le-Duc
(Metz) teruggevonden. In 1870 leverden zij glasramen met de wapens
van de families Lammens en Lousbergs. Rond diezelfde periode is er
nog sprake van een rekening voor "six rosases en ornamentation
richer avec armoiries ou chiffres" In 1881 en 1882 is van
Champigneulle briefwisseling terug te vinden over de ramen en
roosvensters van de laatste drie traveeën. Daaruit zou men
voorlopige kunnen besluiten dat dit atelier een groot aandeel heeft
gehad in de beglazing van de Sint-Annakerk. Drie jaar later vinden
we briefwisseling terug van Guillaume Zaudig aangaande een opdracht
voor "des dames du nouveau bois".
Opmerkelijk is het feit dat belangrijke Gentse glazenierateliers
blijken te ontbreken bij de uitvoering van de opdrachten. Mogelijk
werd het als "onkies" beschouwd dat iemand als Arthur Verhaegen die
de leiding had over het voormalige atelier Bethune, omwille van de
verschillende al dan niet openbare functies, een deel van de
opdracht zou uitvoeren. Misschien was daarom de keuze voor een
Brussels "bij- of verkoophuis" van een Frans Atelier (Brussel, Rue
de Cologne 22) een strategische keuze, noch Verhaegen, noch zijn
concurrenten konden er voordeel bij halen.
.
GLASRAMEN: WACHTEN OP BETER TIJDEN
Een beeld van de bestaande toestand,
voor de reconstructie van de glasramen.
DE RECONSTRUCTIE VAN DE NIEUWE GLASRAMEN
Tijdens de tweede wereldoorlog werden
de twee achterste ramen langs de zuidkant vernield. Door beperkte
financiële mogelijkheden heeft het tot vandaag geduurd voor de
nodige financiële middelen binnen bereik waren om deze ramen
opnieuw te beglazen.
De reconstructie van zowel steenwerk, als glas-in-lood, kon
verantwoord worden doordat de volledige kerk, travee per travee,
volledig symmetrisch was opgebouwd.
We demonteerden uit elk van de
tegenoverliggende glasramen één paneel. Deze vormden de basis om de
reconstructies van de rechte panelen uit te voeren. Bij de
her-samenstelling was niet de schildering, maar het glas het
grootste probleem. In vergelijking tot de 19de eeuw is het aanbod
sterk teruggelopen. Onze zoektocht naar de juiste kleuren is
uiteindelijk uitgemond in een Frans-Duits-Amerikaanse combinatie.
Omwille van de grote diversiteit aan motieven, vormen en kleuren
was demontage ondenkbaar voor de tussenfriezen en maaswerken van de
ramen.
.
RECONSTRUCTIE VAN DE MAASWERKEN
In een vorige log had ik aangegeven dat
bij de reconstructie van de rechte panelen het mogelijk was geweest
om telkens één paneel uit de tegenoverliggende glasramen te
demonteren. (Zuid- en noord-gevel zijn spiegelbeelden van
mekaar.)
Deze vormden de basis om de rechte panelen te kopieerden. Omwille
van de grote diversiteit aan motieven, vormen en kleuren was deze
methode echter niet toepasbaar op de tussenfriezen en maaswerken
van de ramen. Daarom werd aan de interieurzijde van de twee
glasramen een stelling geplaatst, vanwaar alle panelen fotografisch
vastgelegd konden worden. Tegelijk konden we aan de hand van
glazen-kleurstalen de juiste kleur bepalen.
Het digitale fotomateriaal werd aan de hand van de plannen "op ware
grote", via Photoshop op de juiste afmetingen gebracht (linker
afb.). (Dit leverde wel bestanden met enig "megabyte-gewicht"
op).
Deze foto's werden dan in grijswaarden afgedrukt. Op deze manier
werd het mogelijk om indeling van de kalibers (glasstukken) op een
transparante folie over te nemen en tegelijk de glasschildering in
detail over te zetten (Afb. rechts). Zo kregen we betrouwbare
modellen om de maaswerken te reconstrueren.
Op deze manier helpt de hedendaagse digitale techniek een vakgebied
dat in wezen sinds Theophilius 12de-eeuws traktaat, "De Diversis
Artibus", weinig veranderd is.
.
DE EERSTE GLAS-IN-LOODPANELEN ZIJN GEPLAATST!
De werkopnamen (inclusief
stellingen) zijn relatief donker, enerzijds omdat er achter het
raam grote bomen staan en anderzijds omdat er aan de buitengevel
ook nog een 1,5 meter brede stelling staat.
De beide ramen samen zijn een kleine 70 vierkante meter groot. Een
opdracht om een dergelijke oppervlakte volledig te brandschilderen
is in ons land een eerder uitzonderlijk. Daarvoor heb je voldoende
man-(of vrouw)kracht nodig én niet te vergeten "ovencapaciteit".
Alle stukken dienen tenslotte één of twee keren op 600°C gebakken
te worden, wat de nodige tijd vergt.
.
HET AFGEWERKT RESULTAAT
De twee ramen
na oplevering.
Voor meer foto's, zie het fotoalbum.
.
.