16de eeuw

'S HERENELDEREN - WILLEM DE CROY


Met de glasramen waarmee Maria Magdalena van Hamal kort voor haar dood de kerk laat versieren, gaf ze gestalte aan de nagedachtenis van haar overleden (tweede) echtgenoot Willem de Croy. Willem de Croy (1458-1521) kwam voort uit een adellijk Picardisch geslacht, genoemd naar de heerlijkheid Groy of Crouy aan de Somme. Willem de Croy was drager van verschillende titels: hertog van Sona, markies van Aarschot en heer van Chièvres. Hij was bovendien ridder van het Gulden Vlies.
Hij naast een bekwaam krijgsman was hij onder Filips de Schone ook grootbaljuw van Henegouwen (1479) en gouverneur van Namen (1504). Hij behoorde tot de onderhandelaars van de Frans-Habsburgse verdragen van Lyon (1501) en van Blois (1504).
Gedurende de afwezigheid van Filips de Schone was Willem de Croy lid van de regentschapsraad der Nederlanden (1501-1503). In de periode 1505 tot 1507 werd hij benoemd tot stadhouder-generaal in de Nederlanden. De grootste prestige heeft hij te danken aan zijn aanstelling tot gouverneur van de jonge Karel V, in 1509. Nadat hij de voogd en raadsman geworden was van de Karel V, sinds 1519 keizer, werd hij een invloedrijk man op gebied van de internationale politiek.
Helaas, hoge bomen vangen veel wind ... het verhaal gaat dat Willem de Croy op 28 mei 1521 in Worms stierf ... door vergiftiging.

.

'S HERENELDEREN - MARIA MAGDALENA VAN HAMAL


In het tweede kwart van de 16de eeuw liet Maria Magdalena van Hamal de kasteelkapel, nu de Sint-Stephanuskerk, versieren met een aantal glasramen. Hoe deze ramen de afgelopen eeuwen doorstonden is tot op vandaag niet geheel duidelijk. De bewaarde rekeningen van de kerkfabriek, die teruggaan tot 1585, handelen enkel over uitgaven die betrekking hebben tot de eredienst. Over de glasramen en het daaraan verbonden onderhoud wordt niets prijsgegeven. Echt verwonderlijk is dit niet, vermits deze kerk gedurende eeuwen onlosmakelijk verbonden was met het kasteel en de bewoners van dit kasteel.
Na Maria-Magdalena van Hamal, bleef het bezit nog één generatie in de familie de Hamal, vervolgens ging het over in de handen van de familie De Renesse. De daar opeenvolgende eigenaars hebben tot het einde van de 19de eeuw, met eigen middelen, ingestaan voor het onderhoud van de kerk. Daardoor is wellicht ook de meest ingrijpende restauratie, deze van de Mechelse glazenier Pluys, in het midden van de 19de eeuw niet gedocumenteerd.
Dat is uitzonderlijk jammer omdat het glasraam-ensemble toen zijn huidige uitzicht heeft gekregen. Bij eerder projecten is vastgesteld dat de door Pluys uitgevoerde “restauraties” eerder renovaties bleken, waarbij historische glasramen bij nader inzien volledig vernieuwd waren. Vele bronnen waren dezelfde mening toegedaan met betrekking tot de glasramen van de Sint-Stephanuskerk. Bij het onderzoek dat we de afgelopen weken uitvoerden is echter gebleken dat dit niet volledig opgaat voor de ramenvan ‘s Herenelderen. Twee ramen uit de koorafsluiting bevattten nog aanzienlijke velden met 16de eeuws glas, n.l. raam 1N is nog voor de helft origineel, terwijl raam 1Z voor één derde originele stukken be
vat.

.

BRUSSEL: JOHANNA VAN CASTILIË

Summary only available when permalinks are enabled.Lees meer ...

BRUSSEL: DE MOOIE HEILIGE-MARGARETHA

Summary only available when permalinks are enabled.Lees meer ...

BRUSSEL: GLAS-MET-GAATJES

Summary only available when permalinks are enabled.Lees meer ...

ANDERLECHT: 16de-EEUWS GLASRAAM: JEAN CARONDELET


klik op de afbeelding om te vergroten

Deze sprekende verschijning uit een 16de-eeuws raam in de Sint-Pieter en Sint-Guidokerk in Anderlecht is, zwart-op-wit op papier, onbekend. Met grote waarschijnlijkheid gaat het hier om Jean II Carondelet.
Jean II Carondelet werd in 1469 geboren te Dôle als tweede zoon van de jurist Jean Carondelet. Hij studeerde kerkelijk en Romeins recht in zijn geboortestad, werd geestelijke en begon in 1493 zijn roemvolle carrière als deken van het kathedrale kapittel te Besançon, werd vervolgens in 1469 raadsheer in de Grote Hertogelijke Raad van Filips de Schone, in 1504 kerkelijk raadsheer in de nieuw opgerichte Grote Raad van Mechelen en tenslotte in 1508 lid van de Geheime Raad, de hoogste regeringsinstelling. Van 1517 tot 1519 vergezelde hij Karel V naar Spanje en deze benoemde hem in 1522 tot voorzitter van de Geheime Raad. In deze hoedanigheid vormde hij, samen met Margaretha van Oostenrijk, de spil van het bestuur over de Bourgondische Nederlanden. Toen de regentes in 1530 overleed, en Karel V een grondige hervorming van zijn bestuursapparaat doorvoerde, wist Carondelet zijn positie te handhaven: hij bleef het hoofd van de Geheime Raad en werd in 1531 voorzitter van de Raad van State te Brussel. Tot zijn vertrek in 1540 bleef hij een centrale figuur in het bestuur van de Nederlanden.

Door de hoge bescherming van de landheren kon Carondelet ook zonder moeite opklimmen in de kerkelijke hiërarchie. In 1519 werd hij aangesteld tot aartsbisschop van Palermo, waaraan het primaatschap van Sicilië verbonden was, een functie die hij tot aan zijn dood bekleedde. Het feit dat hij nooit zijn aartsbisdom bezocht, en zelfs nooit één voet op Siciliaanse bodem heeft gezet, verhinderde hem niet te profiteren van de talrijke inkomsten verbonden aan dit ambt. Bovendien werd hij in 1520 proost van Sint-Donaaskapittel te Brugge, de rijkste kerkelijke beneficie in de Nederlanden. Verder was hij o.m. proost van Sint-Walburgis te Veurne en van Sint-Piatus te Seclin, alsook kanunnik van de Sint-Guidokerk te Anderlecht, en volgde hij zijn broer Ferry op als abt van Montbenoît. De cumulatie van al deze functies bezorgde hem uiteraard rijke inkomsten. Hij betrok een paleis (het zgn. Hof van Palermo) in de Zakstraat te Mechelen, waar hij in 1545 overleed.

Carondelets rijkdom en invloed stelden hem in staat een uitgebreid mecenaat uit te bouwen. Hij betoonde zich zeer vrijgevig tegenover zijn vrienden, tot wie hij ook Erasmus mocht rekenen. Schilders als Jan van Scorel, Barend van Orley en Jan Gossaert kregen van hem opdrachten toegewezen. De kunstenaar van dit glasraam is onbekend, wel zijn er duidelijke overeenkomsten met het werk van Barend van Orley, mogelijk is het ontwerp voor dit raam in de omgeving van deze kunstenaar te duiden.
.

ANDERLECHT: SINT-PIETER


klik op de afbeelding om te vergroten

Sint-Pieter afgebeeld op het 16de-eeuws glasraam, “De Voorspraak” (7Z) voorstellende. Het raam behoord tot de zeldzaam geworden voorbeelden van glasschilderkunst, daterend uit de meest gerenommeerde periode in de Lage Landen.
.

BRUGGE - Vooronderzoek van het 16de eeuws Sint-Barbararaam


Eerstdaags starten we met een bijzonder vooronderzoek: het 16de eeuws St-Barbararaam uit de Sint-Salvatorkathedraal in Brugge!

Enige toelichting bij de iconografie van het raam: Onderaan staan links en rechts een wapenschild: links: wapen van de stad Brugge (banderol S.P.Q B.), en rechts wapen van de Sint-Salvatorkathedraal (tekst: S. Salvator). In het midden op de basis: tekst met bladkrans: Restauratum Anno Domini MCMIII.
Het monumentale raam wordt gedomineerd door een tafereel in een renaissance-architectuur. Tal van personen knielen in aanbidding voor het beeld van de Heilige-Barbara die in het midden op een sokkel is geplaatst. Putti met guirlandes zweven boven de nissen. Daarboven zijn drie nissen met heiligenbeelden onder een baldakijn afgebeeld. Links en rechts van de boogaanzet staan twee mannen en vrouwen op de abacus. Twee naakten zijn voorgesteld in de zwikken boven de rondboog. Rechts is in het doorzicht een stedelijk landschap te zien waar een man op een ladder over een muur probeert te klimmen. Waarschijnlijk houdt dit verband met het verhaal dat Barbara uit de toren vluchtte waarin ze gevangen werd gehouden door haar vader. In de linker zijopening wordt de vader van Barbara afgebeeld die zijn dochter (in 1903 bijgevoegd) onthoofd. Boven zijn hoofd is een rotslandschap voorgesteld met een herder en zijn schapen die de schuilplaats van Barbara verraden. Boven de kroonlijst is links en rechts een nis afgebeeld met een beeltenis van een vrouw en een kind. De hele voorstelling is geplaatst in een architecturaal decor in renaissance stijl met ronde boog, pilasters, beelden, putti, enz. De bekronende architectuur (met putti, laurierkransen, toortsen, zuilen) bestaat uit een horizontale kroonlijst met balustrade en pilasters en een hoger opgaand middengedeelte. Twee medaillons dragen de initialen van de Sint-Salvatorkathedraal en Brugge. -
Maaswerk: Vier engelen gezeten op wolken dragen voorwerpen die met het martelaarschap van Barbara in verband staan, met name van links naar rechts mes, palmtak, kroon, banderol met tekst: Sancta Barbara O.P.N. Links en rechts een toorts, visblaasvormige panelen bandrollen geschilderd met teksten: links: Anno Domi, rechts: 1552, met ertussenin een toren (symbool van Barbara)


BRUGGE - Situering van het Sint-Barbararaam


Voor diegene die zich afvroegen waar exact dit raam terug te vinden is: de situering het 16de-eeuws Sint-Barbararaam.

.

  Alle content en foto's:
© Carola Van den Wijngaert