GENT- DE OPBOUW VAN HET GLASRAAMPATRIMONIUM UIT DE SINT-ANNAKERK


De opbouw van het glasraampatrimonium uit de Sint-Annakerk vond plaats gedurende de tweede helft van de 19de eeuw. De kerk werd ingewijd in 1862 maar de afwerking van het interieur, de glasramen inbegrepen, zou nog gedurende de verdere decennia blijven voortgaan.
Op een bewuste manier werd in het ontwerp vooraf bepaald dat de volledige kerk zou versiert worden met zogenaamde "sjabloonramen". Daar waar het aanvankelijk lijkt dat dit het werk is van één glazeniersatelier, blijkt de werkelijkheid anders. Ondanks het feit dat er tot op heden nog geen studie gebeurde met betrekking tot de glasramen, schertsen enkele rekeningen toch wel een beeld van de praktische uitvoering van de ramen. Daar waar de donatoren veelal zelf contact hadden met de betrokken glazeniers, was het eerst en vooral de pastoor die de coördinatie van de opdrachten op zich nam.
Afgaande op de afgebeelde wapens in de ramen, mag men stellen dat vele invloedrijke Gentse burgers hebben bijgedragen aan de uitvoering en de plaatsing van de glas-in-loodramen.
Uit briefwisseling valt af te leiden dat binnen het vooropgesteld concept de glazeniers zelf ontwerpen ter goedkeuring konden voorleggen. In de rekeningen duiken verschillende namen op, in 1863 vinden we de Gentse glazenier J. Bernaert (Brabantdam 24, Gent), voor het "schilderen op glas" van de wapens van de families Bechtervelde en Meulenerre, terug. Verder werden ook rekeningen van het glazeniersatelier Ch. Champigneulle uit het Franse Bar-le-Duc (Metz) teruggevonden. In 1870 leverden zij glasramen met de wapens van de families Lammens en Lousbergs. Rond diezelfde periode is er nog sprake van een rekening voor "six rosases en ornamentation richer avec armoiries ou chiffres" In 1881 en 1882 is van Champigneulle briefwisseling terug te vinden over de ramen en roosvensters van de laatste drie traveeën. Daaruit zou men voorlopige kunnen besluiten dat dit atelier een groot aandeel heeft gehad in de beglazing van de Sint-Annakerk. Drie jaar later vinden we briefwisseling terug van Guillaume Zaudig aangaande een opdracht voor "des dames du nouveau bois".

Opmerkelijk is het feit dat belangrijke Gentse glazenierateliers blijken te ontbreken bij de uitvoering van de opdrachten. Mogelijk werd het als "onkies" beschouwd dat iemand als Arthur Verhaegen die de leiding had over het voormalige atelier Bethune, omwille van de verschillende al dan niet openbare functies, een deel van de opdracht zou uitvoeren. Misschien was daarom de keuze voor een Brussels "bij- of verkoophuis" van een Frans Atelier (Brussel, Rue de Cologne 22) een strategische keuze, noch Verhaegen, noch zijn concurrenten konden er voordeel bij halen.


  Alle content en foto's:
© Carola Van den Wijngaert